* samen met Marc, Andres en Nora *
Met een landcruiser vol kinderen rijden we door een ontwakend Nairobi. Al denk ik dat een stad als Nairobi nooit ècht slaapt. Als we bijna een uur onderweg zijn, hebben we een prachtig uitzicht op de Rift Valley en laten we de stad achter ons. Het volgende half uur dalen we af, diezelfde vallei in, op weg naar Masai Mara National Park.
Het is een rit van 5 uur, met een korte ontbijt- en plasstop in Narok. De weg tussen Narok en het National Park stond bekend als een van de slechtste in Kenia, maar sinds kort is ze geasfalteerd. Toch zitten er nog genoeg gaten en bulten in om ons goed door elkaar te schudden. De sportfunctie van mijn horloge merkt dat ik flink “in beweging” ben en feliciteert me met mijn voortgang 🙂
Aan beide kanten van de weg bevindt zich een dorre vlakte met hier en daar wat bomen. In de verte wordt het geheel omzoomd door heuvels. Hoe verder we rijden, hoe meer mannen in shuka (rode Masai omslagdoek) we zien. Het laatste uur bevinden we ons in het National Park en het duurt dan ook niet lang of we worden verwelkomd door zebra’s, gazelles, giraffen en hyenas. Dat kan tellen als welkom!
Eindpunt van de reis is Tipilikwani Mara Camp, alwaar we twee nachtjes mogen bivakkeren in een tent aan de lagergelegen Talek-rivier. Al is “tent” een beetje misleidend misschien; alleen de muren en dak zijn van tentdoek, verder is het gewoon een volledig ingerichte kamer met vaste vloer. Drie keer per dag schuiven we de voetjes onder tafel voor een maaltijd en tweemaal per dag worden we rondgereden door het park op zoek naar de mooiste taferelen die rechtstreeks uit een natuurdocumentaire lijken te komen.
Het landschap is prachtig en afwisselend. Er zijn kilometers vlakke savanne met hier en daar een verdwaalde boom. Dan is het weer heuvelachtig, vol rotsen en begroeiing. We slalommen rond bomen en struikgewas. Af en toe rijden we langs de rivier, die momenteel een klein stroompje is op de bodem van een vrij diepe canyon. Vanaf de rand zien we dan weer groepen nijlpaarden of vissende reigers, drinkende bushbucks of naakte Masai, die zich aan het wassen zijn in de rivier. Van afwisseling gesproken, de natuur is iets moois 😉
We zijn met drie volwassenen en vier kinderen, tussen de 3,5 en 6,5 jaar oud. Het is enigszins vermoeiend, met het vroege opstaan, de lange hobbelige ritten en tussendoor het nodige spelen en zwemmen. We geraken ook nooit voor 9 uur in bed, alwaar een kikkerfamilie de hyena’s probeert te overstemmen. Maar we vervelen ons geen seconde en het is het allemaal dubbel en dik waard!
Zo rijden we op een ochtend over de savanne, zwaluwen vliegen rond de auto. De zon is nog maar halverwege de hemel. Langs olifanten en giraffes belanden we bij kuddes zebra’s, impala’s en wildebeesten. Vredelievend grazen ze naast elkaar, al gaat er her en der een verschrikt hoofd omhoog en lijkt er sprake te zijn van enige onrust. Het duurt niet lang voordat duidelijk wordt waarom; vier cheeta’s maken hun opwachting. Gracieus komen ze aangewandeld, hier en daar hun territorium markerend. Ze hebben wel zin in een hapje en het is een beetje als een bezoekje aan de Albert Heijn: keuze in overvloed! Één van de cheeta’s maakt een boog rond de kudde, en drijft de ietwat zenuwachtige grazers in de gewenste richting. De andere drie slenteren in dezelfde richting, zoekend naar het geschikte hapje.
Ze komen alle drie in actie en al snel hebben twee van hen een jonge gnoe in het vizier. Ze schakelen een versnelling hoger en ondanks de nodige bokkesprongen is het lot van de gnoe snel beklonken. Wel duurt het nog verbazingwekkend lang voor het dier ook echt dood is; lang nadat de vier cheeta-snuiten rood kleuren van het bloed.
We worden verwend; elke rit kunnen we nieuwe dieren aan de lijst toevoegen. En als we ’s avonds terugkeren naar het kamp voor een heerlijke maaltijd, kruisen we vele Masai met hun kuddes vee. Er is niet genoeg gras buiten het park, en dus komen ze ’s avonds en ’s nachts naar het park om de kuddes te laten grazen. De (veelal) koeien zijn belangrijk voor de Masai; het vlees wordt gegeten, melk en bloed wordt gedronken en de huiden worden gebruikt voor kleding en huizen. Ook met de botten zijn ze creatief, die worden herwerkt tot sieraden, kammen…. Bovendien staan de dieren voor rijkdom; hoe groter de kudde, hoe rijker en dus hoe meer aanzien en trots. En dus trotseren ze de gevaren van blootstelling aan alle roofdieren die ze tegenkomen op hun nachtelijke omzwervingen.
Wij komen onze landcruiser enkel uit voor een drankje of de nodige plaspauzes. En alleen als chauffeur Richard ons groen licht gegeven heeft. Hij rijdt ons drie dagen in de rondte en op vrijdag brengt hij ons weer veilig terug naar Nairobi. Het is daar dat we de rest van de week spenderen: we logeren bij vrienden dus speelplezier voor de kinderen gegarandeerd. Het is supergezellig met etentjes, verjaardagsfeestjes en vervroegde kerstcadeautjes.
Nairobi is zo’n fijne stad om even te vertoeven; groot maar groen en van alle luxe voorzien. Het is moeilijk kiezen tussen alle restaurants en winkels. Er is zóveel keuze! Dan ben ik al lang blij dat ik een lekkere cappuccino kan drinken (moeilijk te vinden in Niamey), vragen ze of ik ‘m single of double wil? En bij de pedicure vroegen ze “how would you like your nails done?” en ik wist niets anders uit te brengen dan “uhmmm cut and painted i think?”. Moest ik blijkbaar kiezen tussen geknipt of gevijld en welke vorm van nagels. Het kwam goed en toen waren mijn voeten klaar voor het strand. Want we waren “in de buurt”, dus een tripje naar Zanzibar leek ons een prima vervolg. To be continued….
I love the picture you paint with your words, Elske! Looking forward to Zanzibar.
LikeLike
Awhh thanks Jo! Hard to describe the beauty in words, but glad you liked it 🥰
LikeLike
Haaa, daar was je weer met een prachtig verslag van jullie belevenissen! En straks veel plezier aan het strand met mooi geknipte, gelakte nagels!! Dank!
LikeLike
Bedankt, Berber!! Zanzibar was ook heeeerlijk, zie nieuwe blog 🙂
LikeLike